Winterwerk

De sarabande spelen op de vrieskoude
deel. De uilen hebben het klavier onder-
gescheten. Stom staan de dingen
van de zomer om je heen, strohoed,
trompet. Omhoog die bovenstem, waar
vogels schuilen op de balk, en dan omlaag.

Vertraag het lied, houd in totdat bloed
stolt en adem stokt. Kan zij nu gaan?
Doorspelen. In de bas orgelt een toon
die alle tegenstemmen op zal zuigen.
Hollen of stilstaan – maakt niet uit,
je hamert hoorbaar op het einde aan.

Niet meer dan vilt op staal, lucht
die uittrilt tot stilte. Slechts een dag
in de gestage rij van dagen.