Present

ontvouw de schade van de nacht mijn blik
tast een leeg canvas wacht het drieluik met penselen
eenmaal op pad na een glimp in de ovendeur

bemoederen glazen puien mijn gang buik in
en schouders recht ontwaar ik verbijsterd iets van
een bisonnek… kniel in de loop van de dag naast auto’s

in de goot schik verdwaalde haren mijn rendez-vous
na ademwaas in zakformaat valt mee het kader klein
zet neerwaartse lijnen buitenspel maar…

daarentegen verbijstert mij mijn silhouet die aan het einde
van de dag meereist in de ramen ineengedoken op de bank
tussen weilanden en wolkengrijs zit mijn vader

de laatste blik voor de nacht verdrinkt in niets ontziend tl-licht
onthult de gretige kin van moederszijde ik boen en boen
verwijder gelaten mijn gezicht