Nooit meer slapen

voor Frenk

Hier ligt geen oude man. Een man die zijn kleinzoon
ooit vertelde hoe groot je wel niet worden kan:
een echte vent, je eigen stad, minister-president
en als je goed doet zal je mensen voor je winnen.
En word je op een plaats teruggezet, geen nood,
geen zelfbeklag. Je kan altijd weer een land beginnen.

Maar sta je ergens voor, zegt hij, duik dan diep
en knok op tijd. Draag je trots als een voetstuk,
denk zo hard als je zal zijn. Vergeet niet wie er
voor je was, van wie je zoon of broertje bent.

Wees sterk. Spreek recht. Scherp je tong. Zet de wet
naar jouw mond. Leef langer dan je slapen kan.
Bak een biefstuk in de nacht. Lach. Huilen is voor later.

Want nu je hier zo jong en vol met plannen ligt
en ik het niet kan laten je een toekomst mee te geven,
lijkt deze wereld veel te laf voor wat er in je zit.

Werd je al betogend genegeerd, heb je de dood
in zijn gezicht beledigd of toch jezelf maar
een laatste dienst bewezen? Ik weet het niet.
Maar weet goeie gast, je hebt gestreden voor je naam.

Dus ga, verre vriend. Blaas je naar een plek waar je
een oude dag geniet en een onbetwiste lijn uitzet.
En rust, maar niet te zacht. Maak ze gek.

Er is er één die aan de touwtjes trekt.