Je zei dat je elke nacht op de bodem
van een vijver lag en ik begreep je,
zelf ben ik kampioen ballonvaren
in het donker, op zoek naar
een plaats om te landen
altijd die opborrelende modder, zei je
en ik dacht aan branders die niet uit
gingen, mijn ballon een spookschip
dat zeilde boven nog te tellen schapen
ook jij deed taalspelletjes om te ontsnappen,
alle plaatsnamen met een Z of hoeveel
woorden je kon maken uit temazepam
(tam, mat, met, pet, zet, zeep, mep, map, pa)
jij won omdat ik mama oversloeg terwijl jij
net als vroeger dat als eerste woordje zei.