Aardrijkskunde

‘k Was al heel jong verzot op aardrijkskunde.
Ik vond niets mooier dan wanneer we op school
een kaartje moesten tekenen en inkleuren:
blauw voor het water, groen voor het laagveen.

En later kreeg je zelf je eigen atlas.
Nooit heb ‘k een boek met zoveel zorg gekaft.
Ik kon er uren over zitten dromen,
tot ‘t klokje van gehoorzaamheid weer sloeg.

Heel de aarde leek één fonkelend wonderrijk:
Tibet. De Andes. Het Zuidpoolgebied.
Tasmanië. Vuurland. Afrika vooral.

Onmetelijk. Oneindig. Iedere naam
was pure poëzie. Wat ben ik blij
dat er toen nog geen televisie was.