Toen ik eindelijk huilde, barstte er
onweer los boven de stad, het
is bijna te gemakkelijk, zo’n beeld,
maar het is gebeurd, veel was bijna
te gemakkelijk, maar gebeurde eveneens:
vrouwen, een soort liefde die ik voelde,
weggaan bij iemand, alle menselijkheid
vertrappen, snel en zonder al te veel
overwegingen, gedreven door iets dat valt
onder de psychiatrie, of onder de dierlijkheid.
Ik brak het manke been van mijn vader,
nam hem het lopen af, brak het zieke hart
van mijn moeder, nam haar het kloppen af,
en wilde toen plotseling leven en niet meer
hangen aan een gekromde boom langs het water.