Hij is mij toch nog ongemerkt ontgleden.
Hij keerde in, en ademde zo diep
dat het weer leek of hij alleen maar sliep.
Ik liep de trap af, de vertrouwde treden,
en voelde reeds dat hij was overleden,
nog voor ik hoorde hoe mijn moeder riep.
Of hij tot slot aanschouwde wie hem schiep
nam hij als laatste raadsel met zich mede.
Zo heeft zich op het eind mijn vaders dood
gevoegd bij de voldongen misverstanden,
als iets waar ik alsnog te kort in schoot.
Maar sinds hij mij ontviel, ervaar ik hem
steeds vaker in gebaren van mijn handen,
en hoor hem spreken door mijn eigen stem.