Juryrapport Plantage Poëzieprijs 2023

Op 23 september 2023 werd in Het Luther Museum in Amsterdam bekend gemaakt wie de Plantage Poëzie Prijs 2023 heeft gewonnen: Katelijne Brouwer met haar gedicht ‘wanneer lopen vallen wordt’ .
De Plantage Poëzie Prijs werd voor de 32ste keer uitgereikt. De prijs, een initiatief van de Vereniging Vrienden van de Plantage, heeft een landelijke uitstraling. De dichters die inzenden, komen uit alle streken van Nederland en Vlaanderen. Onder de winnaars zijn dichters van naam. Voor anderen is het winnen van de Plantage Poëzie Prijs een aanzet voor een publicatie of een stimulans om door te gaan. Het thema van de prijs was dit jaar: Rond. De organisatie was in handen van bestuurslid Liesbeth de Ruijter en dichter/presentator Jos van Hest. De jury werd gevormd door de dichters Co Woudsma, Martine van der Reijden (winnaar van Plantage Poëzie Prijs 2022) en Jos van Hest (voorzitter).
Er waren 144 inzendingen van 144 dichters uit Nederland en Vlaanderen. Er mag per dichter slechts één gedicht worden ingezonden. Elke inzendende dichter moet dus eerst over zichzelf jureren alvorens iets op te sturen. Deze regel verlicht het werk van de jury, maar het blijft een grote klus. De jury was verrast door de kwaliteit van veel inzendingen. Dat maakte een zorgvuldige beoordeling er niet makkelijk op. Er zaten parels bij de inzendingen en de jury mocht er maar drie nomineren. Dat gebeurde soms met pijn in het hart, maar wel unaniem. Het thema was dit jaar ‘Rond’ en dat hebben de juryleden in zeer uiteenlopende versies op hun bord gekregen: poëzie van voetbal tot levenswiel, van het cijfer nul tot rolmops, van ringweg tot oog in de soep. Het heeft de jury hoofdbrekens gekost, al zorgde het wel voor een urenlange plezierige middagsessie.
Eerst koos elk jurylid individueel uit alle anoniem aangeleverde gedichten een eigen toptien. Die gedichten werden uitvoerig en zorgvuldig besproken, gewikt en gewogen. Argumenten vlogen over tafel. Niet elk jurylid heeft dezelfde poëticale opvattingen en dat zorgde voor intensieve discussies. Uiteindelijk bleven er drie gedichten over. Alleen jurysecretaris Liesbeth de Ruijter, die bij het juryberaad aanwezig was maar die geen stemrecht heeft, was op de hoogte van de namen van alle dichters die meededen.
De drie genomineerden zijn in alfabetische volgorde Anette Akkerman (met ‘alles zal wederkeren’), Katelijne Brouwer (met ‘wanneer lopen vallen wordt’ ) en Are Meijer (met ‘kringloop’) . De keuze van de jury wordt in dit rapport toegelicht met een korte analyse van de genomineerde gedichten.
Zoals hierboven al vermeld, gaat de Plantage Poëzie Prijs 2023 naar Katelijne Brouwer. Zij ontvangt behalve de grote eer ook een werk van beeldend kunstenaar Claartje Borren.

alles zal wederkeren’ van Annette Akkerman is een fantasievolle en
intrigerende zoektocht in taal van een lyrisch ik die uit het veilige, ouderlijke nest probeert te breken en die wil verdwijnen in een andere, eigen wereld. Het is een tomeloos levensverhaal vol beelden en associaties met van alles en nog wat wat rond is: cirkels in het gras, een ufo, een glas, de afvoer van een bad, een slakkenhuis. Wat een geweldig idee om door de afvoer van een leeglopend bad te ontsnappen aan de dagelijkse realiteit! De associatieve beelden van Annette Akkerman sluiten wonderlijk op elkaar aan en draaien en tollen dat het ook de lezer gaat duizelen. Het gedicht komt mooi rond: het dorre gras van het begin wordt aan het eind weer opgeroepen. Het verloren nest van vroeger is een slakkenhuis geworden. Alles zal wederkeren, zegt de titel en de moeder die ‘karma’ heeft geroepen, krijgt waarschijnlijk gelijk.

wanneer lopen vallen wordt’ van Katelijne Brouwer is een prachtige ode van een rolstoelrijder aan de rolstoel. Vol wonderlijke formuleringen (‘ergens tussen heup en zadel / is een lichaamsdeel verloren’) en grappige beelden (‘wij zelfbewegers groeten elkaar als Harley Davidsonrijders’). Het gedicht is serieus en humoristisch tegelijk; de ernst en de woede om in rolstoel te moeten zitten (‘o geef mij mijn voeten terug!’) wordt omgezet in een muzikale en feestelijke kracht (‘ik val niet ik dans!’). Beeldende details zoals ‘een stokkenbak met klittenband’, subtiel gebruik van rijm, bijvoorbeeld ‘stille benen op de steunen’ en fantastische merknamen van rolstoelen (de ExcelGlidePro en de MultiMotion) maken het gedicht sterk. De jury vroeg zich af of de dichter een rolstoelgebruiker is: het is zo van binnenuit geschreven. Wanneer de dichter niet in een rolstoel zit, geeft hij blijk van een groot inlevingsvermogen.

‘Kringloop’ van Are Meijer is bijzonder wrang en bijzonder mooi. De lyrische ik is een bewoner in een verzorgingshuis dat beeldend wordt geschetst. Je ziet het deprimerende interieur voor je, de huiskamertafel, de gevulde koeken en de televisie die altijd aanstaat. Pijnlijk de metafoor ‘alsof dit een huis is waar de wereld binnenkomt / in plaats van een stortbak voor doorgedraaid fruit’. Dat het tehuis naast een begraafplaats staat, maakt het extra bitter. De ik is een wijs maar ook een subtiel sarcastisch mens; dat blijkt uit de regel die midden in het gedicht staat: ‘ik heb al geleerd niet meer eenzaam te zijn’. De jij die aan het begin en eind van het gedicht wordt aangesproken (een partner of een kind) heeft het te druk met halfjaarcijfers (prachtig woord overigens!) om op bezoek te komen. Behalve dan straks als het zover is.

 


Dit is de terug blik van: Juryrapport Plantage Poëzieprijs 2023