Soop lezing Ko van Geemert in gesprek met Karel Warmenhoven
30 november 2017
In een bomvolle Soop kondigde Janny Lok de sooplezing aan met Ko van Geemert en de afgetreden voorzitter van de Plantage Weesperbuurt Vereniging, Karel Warmenhoven. In Janny’s woorden: ‘geen interview, maar een gesprek tussen twee heren’.
In een bomvolle Soop kondigde Janny Lok de sooplezing aan met Ko van Geemert en de afgetreden voorzitter van de Plantage Weesperbuurt Vereniging, Karel Warmenhoven. In Janny’s woorden: ‘geen interview, maar een gesprek tussen twee heren’.
Karel Warmenhoven werd in 1936 in Eindhoven geboren als jongste van vier kinderen. Na de HBS en het vervullen van zijn dienstplicht werd hij reisleider, later werkte hij bij Wagon Lits in Amsterdam. (‘Prima jeugd gehad in Eindhoven, maar daar wil je niet blijven’). Via via kon hij halverwege de jaren zestig aan de slag bij de Amstelbrouwerij, waar hij bij pr verantwoordelijk was voor de ontvangst van bezoekers. Daar leerde hij Paul Verberne kennen, met wie hij een goede klik had en met wie hij een front vormde tegen de korpsstudenten. Karels afdeling ressorteerde rechtstreeks onder Freddy Heineken, en hij was getuige van de fusie Amstel/Heineken. Na er maandenlang over te hebben gefilosofeerd stortte hij zich met Paul in het horeca-avontuur, niet gehinderd door enige horeca-ervaring. Wel kende hij alle ins en outs van bier omdat hij bij de brouwerij lesgaf in alles wat met bier te maken had. En Paul wist alles van bedienen. In 1980 begon het tweetal Eik en Linde. In 1989 rolde Karel in het voorzitterschap van de Plantage Weesperbuurt Vereniging, wat hij tot onlangs met veel plezier heeft gedaan. De Vereniging werd destijds door de gemeente voor vol aangezien, het was een politiek links gezelschap, een afspiegeling van de buurt waar na de oorlog veel studenten in de huizen trokken die de joodse inwoners hadden moeten verlaten. Telkens als hij er de brui aan wilde geven, dacht hij aan het adagium van Leon Deben: ‘Buurtverenigingen gaan belangrijk worden, je hebt een bevolking nodig die zich roert.’ Op de vraag wat hij de komende twintig jaar denkt te gaan doen, antwoordt Karel dat hij de toekomst blijmoedig tegemoet treedt.