Niels Blomberg winnaar PPP 2025
Juryrapport Plantage Poëzie Prijs 2025
Het mijn – Niels Blomberg
In het gedichtHet mijn benadert Niels Blomberg het thema van deze dichtwedstrijd ‘Bezit’ op een originele manier. Mooi van opbouw met een sterk slot. Een weergaloos gedicht dat opkomt voor zelfbeschikking. In het gedicht is een oude vrouw aan het woord – het kan ook een man zijn – die zonder onderscheid alle spullen in haar overvolle huis liefheeft. Ze zijn allemaal een wezenlijk onderdeel van haar bestaan, dragers van herinneringen die haar een identiteit geven. Maar de buurt vindt haar verslonsd en een dame – onbekend voor haar en voor de lezer – komt in de derde strofe bij haar op bezoek. Ze kan nog net een zitplaats vinden op de overvolle bank en zegt dwingend dat het zo niet meer kan. Dat is een overval, niet alleen voor de vrouw, maar ook voor de lezer. De pleuris breekt los en de hulpverleenster wordt bedolven door alle spullen in huis. Hoe dat precies gebeurt, wordt niet vermeld, maar aangrijpend en sterk gesuggereerd. Gaan de spullen een eigen leven leiden of bekogelt de ik-figuur de bezoekster? En dan die onweerstaanbare twist in de laatste zin!
Als kind vond ik een klein dingetje – Frans Kenninck
Het blijft onduidelijk wat ‘het dingetje’ is in het gedicht Als kind vond ik een klein dingetje van Frans Kennick. Het is een raadselachtig onderdeel van iets groters, een klein stukje in de grote legpuzzel van het leven. Het is bewaard en weer verloren. Wat een mooie en poëtische invulling van het thema Bezit! In de eerste strofe gaat het gedicht over een kinderherinnering; de tweede is een overdenking op latere leeftijd. Met verbazing kijkt de ouder geworden ik terug op toen en kan nauwelijks begrijpen dat sommige dingen die vroeger zo belangrijk leken vergeten en verloren kunnen raken. Niet alleen dingen of dingetjes, maar ook de herinneringen daaraan kunnen verdwijnen. Vergeten is de ultieme vorm van verliezen.
Het gedicht van Frans Kennick, – eenvoudig van taalgebruik, strak van vorm met een mooie ‘praterige’ herhaling, helder en tegelijkertijd mysterieus – krijgt bij vaker lezen diepgang. Dan merk je dat het meerdere lagen heeft. Een jurylid zei: ‘Het klinkt misschien gek, maar het beeld dat bij mij opkwam, was een dun vitrage-achtig gordijn dat zachtjes opwaait in een zomerbries. Zo denk je iets te zien en zo is het weer wazig of onzichtbaar.’
De mulheid van zand – Onno-Sven Tromp
Met De mulheid van zand schreef dichter Onno-Sven Tromp een gedicht dat actueel is en tegelijkertijd van alle tijden. In een strak ritme met regels die in een cadans maar door- en doorgaan roept hij een eindeloos beeld op van landverhuizers, vluchtelingen, ontheemden, asielzoekers. Dragers van het allerlaatste bezit dat ze wellicht ook zullen verliezen. Zeker bij hardop lezen heeft de tekst de vaart van het vluchten, de haast, het opgejaagd zijn, het weg moeten, nergens thuis vinden. De beelden zijn verrassend en zintuigelijk: je ziet een kar met een moeder, je hoort het gejengel om niets, je ruikt de rook en het vuur, je proeft de laatste rijst, je voelt de mulheid van zand en in je armen een baby, je weet niet van wie. Onno-Sven Tromp schreef een aangrijpend gedicht dat nergens sentimenteel wordt. Een muzikaal gedicht ook vol pijn en puin, stenen en staal, vuur en vlammen, stof uit straten en vlucht naar de verte.
De jury:
Jos van Hest
Ton van Leeuwen
Wendela de Vos
6 september 2025