De winnaar van de PPP 2024 is Ton van Leeuwen
Zaterdag 14 september is Ton van Leeuwen met het gedicht ‘Koopje’ uitgeroepen tot de winnaar van de 33ste Plantage Poëzie Prijsvraag. De andere genomineerden waren Leo Stilma met zijn gedicht ‘ een onvergetelijke dag’ en Hein van der Sloot met ‘voortdurend’.
Juryverslagen
Ton van Leeuwen
Koopje
In zijn gedicht ’Koopje’ laat de dichter Ton van Leeuwen een kledingstuk, een ‘elletje’,
het laatste in het kledingrek, verleidelijk spreken in de begeerte-opwekkende
tovertaal van snelle reclamejongens. Jij met je sterke schouders (die de weelde
kunnen dragen, denk je dan), koop me! Alleen vandaag, met twintig procent korting.
En dan volgt er een verschrikkelijke en dubbelzinnige aansporing tot aankoop: ‘Laat
het niet voor niets zijn geweest alle bloed / zweet en lage lonen – al weten ze het
toch niet.’ (Je verwacht het cliché ‘bloed, zweet en tranen’ maar je krijgt ‘bloed zweet
en lage lonen’.)
‘Koopje’ van Ton van Leeuwen is een gedicht met een boodschap, verlokkelijk en
bestraffend, razend en niet betweterig. Vier straffe strofes van elk drie regels om
daarna uit de band te springen met een, ook typografisch, slot in scherven. Voor de
lezer/consument zijn er maar twee mogelijkheden: koop mij/neem mij/kies mij of
doorbreek de kledingketen en stamp de hele boel kort en klein. Een heerlijk gedicht
om hardop te lezen.
Leo Stilma
Een onvergetelijke dag
In het gedicht ‘Een onvergetelijke dag’ van Leo Stilma draait het om een waanzinnige
kledingwissel. De broeder van het zorgcentrum heeft de dode moeder in het gedicht
per ongeluk een jurk en schoenen van een andere vrouw aangetrokken. Een
onvergeeflijke fout, zo zouden de meeste nabestaanden dat opvatten en ze zouden
een klacht indienen bij de leiding. Maar in dit gedicht vinden de kinderen het
hilarisch: eindelijk kan er gelachen worden. Dat suggereert veel hoe het in de familie
was toen de moeder nog leefde. Als kleren in dit geval de vrouw maken, is die fout
van het zorgcentrum de aanleiding voor vrolijke troost waar behoefte aan is.
Het gedicht van Leo Stilma is meer dan een anekdote. Dat je zo hard kan lachen op
een begrafenis van je moeder, daar zit, en dat mag de lezer zelf interpreteren, heel
wat familiegeschiedenis achter. En mam heeft het gehoord. Zeker weten. Wat een
sterk slot.
Hein van der Schoot
voortdurend
Het gedicht ‘voortdurend’ van Hein van der Schoot zou je kunnen zien als een
tragedie in een notendop. Het leven kent veel tegenstrijdigheden: we hebben lief en
we vechten, we kijken en we kijken weg, we weten en weten wij veel. De dichter
gebruikt daarbij wonderlijke, onverwachte beelden: geslepen messen, ontblootte
tanden, begraven strijdbijlen. Het is een gedicht dat je niet meteen helemaal begrijpt
maar dat je meevoert in een vreemde, gevaarlijke wereld. Er is strijd, er zijn
keurslijfjes, we moeten gladstrijken en glimlachen, geen ontkomen aan en aan het
eind zijn er alleen de engelen. Hele levens razen voorbij in 68 woorden. Dat is poëzie
zoals poëzie bedoeld is. Het is ook een gedicht om te horen: er zit veel muziek in. In
de eerste helft al die ij-klanken: slijpen, strijdbijlen, hijsen, keurslijfjes, strijken en later
kijken en kijken. De vollemaanskoppen in het midden van het gedicht die als klank
aan het eind terugkomt in het woord verdonkeremaand. Zo valt er meer te ontdekken
in dit gedicht over de mens die in al zijn handelingen en zijn noeste arbeid om
enigszins mee te doen aan het volle leven uiteindelijk toch toe moet geven aan
verval en een onafwendbaar naderend einde.
Jury Plantage Poëzie Prijs 2024
Katelijne Brouwer
Jos van Hest
Wim van Til
Amsterdam
Luther Museum 14 september 2024