Zomerconcert in de Uilenburgersjoel
Levenslang verliefd op de oud
Mohamed Ahaddaf deelt genereus zijn muziek
Op schooldagen glipte hij soms stiekem weg om naar het
conservatorium van Tétouan te gaan, waar hij in de gang stilletjes
luisterde naar studenten die speelden op hun ouds – dag na dag,
hartstochtelijk. Tot een docent zijn nieuwsgierigheid opmerkte en hem
binnenliet. Mohamed Ahaddaf, die opgroeide in Marokko, oefende
fanatiek. De warme, melancholieke klank van het Arabische
snaarinstrument had hem volledig in zijn greep. Zo erg, dat zijn broer
hem op een dag vroeg: ‘Ben je verliefd?’ Mohamed at nauwelijks nog
thuis, was altijd in gedachten verzonken. Zijn antwoord: ‘Ja. Maar niet op
een meisje. Op de oud.’
De oud (spreek uit als “oed”) is een Arabisch snaarinstrument dat
lijkt op een luit zonder fretten. In de juiste handen klinkt hij als een
fluistering uit een ander tijdperk. Ahaddaf beschikt over zulke handen. In
zijn muziek is de oud geen exotisch object, maar een stem. Soms
weemoedig, dan weer ritmisch, tintelend van levenslust.
Inmiddels geldt Ahaddaf als een toonaangevende stem binnen de
Marokkaans-Andalusische jazz. Op 15 juni speelt hij in de
Uilenburgersjoel, de voormalige synagoge, begeleid door een ensemble
dat zijn muzikale taal moeiteloos verstaat: een mengeling van
weemoedige Arabische klanken, improvisaties uit de jazz en ritmes die
grenzen laten vervagen. Zijn nieuwste album Ana W’Inta (jij en ik) vertelt
tien persoonlijke verhalen, zonder woorden maar vol zeggingskracht.
‘Muziek brengt je terug naar jezelf’, zegt hij. ‘Naar vrijheid. Naar hoop.’
Op zijn dertiende kreeg hij zijn eerste oud, aangeschaft op
afbetaling door zijn vader. Inmiddels heeft hij er de wereld mee
rondgereisd, van Marokko tot Korea. Toch blijft Ahaddaf opvallend
bescheiden. ‘Mijn droom deel ik niet met mensen’, zegt hij. ‘Alleen met
God.’
Wat hij wél deelt, is zijn muziek – genereus, zonder voorbehoud. ‘Alles
wat ik heb, deel ik met anderen.’
In de Uilenburgersjoel speelt hij zoals hij altijd doet: als iemand die zijn
droom niet uitlegt, maar hem uitvoert. De oud is voor hem als de zee.
Oneindig, ritmisch, troostrijk. En net als de zee stopt hij nooit.