Elsje en de Bluesmannen
Terug naar de tijd van de ‘bluesqueens’
Hoe veelzijdig het culturele aanbod van de Vrienden ook mag zijn, de blues neemt in de programmering tot nu toe een ondergeschikte plaats in. Daar komt op 23 maart verandering in als Elsje en de Bluesmannen de Uilenburgersjoel op zijn kop komen zetten. Zij voeren hun publiek mee naar de gloriedagen van Mamie Smith, Sippie Wallace en andere ‘bluesqueens’ uit de delta van de Mississippi.
I can’t sleep at night
I can’t eat a bite
‘Cause the man I love
He don’t treat me right
Met het nummer Crazy blues zorgden zangeres Mamie Smith en haar Jazz Hounds in 1920 in de VS voor een sensatie. Het was niet alleen een van de eerste (78 toeren) plaatopnames, maar ook het eerste blues nummer dat een hit werd. Dat nummer opende de deur voor veel andere zwarte blueszangeressen, vertelt Michael Rubinstein van de Bluesmannen, een zevenkoppige formatie van muzikanten die hun hart verpand hebben aan de blues uit de eerste veertig jaren van de vorige eeuw.
De Bluesmannen zijn voortgekomen uit een band waarin aanvankelijk vooral de elektrische blues van na de oorlog centraal stond, vertelt Rubinstein. “Later gingen we ook meer akoestisch spelen en kregen we het idee om niet alleen muziek te maken, maar er ook iets bij te vertellen en tussen het spelen door oude foto’s te laten zien. Maar die opzet vonden we al snel te beperkt en geleidelijk hebben we er daarom een echte voorstelling van gemaakt met ook veel ruimte voor persoonlijke verhalen over de zangers en zangeressen uit die begintijd. Ze zijn vaak anekdotisch maar altijd waarheidsgetrouw, want alles wat wij vertellen berust op gedegen bronnenonderzoek.” Aanvankelijk vertelden de bandleden de verhalen zelf, maar omdat dat niet ideaal was, zochten ze iemand die ‘de boel een beetje aan elkaar kon praten’, zoals Elsje de Wijn het formuleert. ”Dat was drie jaar geleden, toen ik nog op het Entrepotdok woonde. Michael was mijn buurman en op een gegeven moment vroeg hij of ik niet iemand wist voor de rol van verteller. Nou ja, ik had nog wel wat tijd en dit leek me leuk om te doen, dus zo ben ik zelf de verteller geworden.” Dat eerste programma heette ‘Memphis Minnie, haar chauffeur en een fles whisky’ en ging over het Riverside hotel in Mississippi, waar veel blues artiesten in die begintijd optraden, vervolgt Elsje de Wijn. “Michael had er een heel verhaal van gemaakt waarin ik de kleindochter was van de eigenaren van dat hotel, die van haar oma gehoord had hoe het er in haar tijd aan toe ging.
Ik vertelde in die rol verhalen zoals over hoe Ma Rainey op het podium altijd tevoorschijn kwam uit een levens grote Victrola grammofoon terwijl ze Moonshine Blues zong. De zangeressen, de blues queens, waren in die tijd echte sterren die nummers zongen met bij tijd en wijle heel gewaagde teksten, zoals het nummer ‘Shave ‘em dry’. (Ze lacht) Maar als ik mijn oma vroeg waar dat nummer over ging, wilde ze me dat niet vertellen.” Michael Rubinstein waarschuwt voor de misvatting dat bluesmuziek altijd langzaam en treurig is. “Dat idee wordt in de hand gewerkt door de betekenis
die het woord ‘blue’ heeft in de zin van ‘feeling blue’. Maar de blues is in de VS in de tweede helft van de negentiende eeuw in de Afro-Amerikaanse gemeenschap deels ontstaan als amusementsmuziek. Allerlei invloeden smolten toen samen, van het syncopische ritme dat met de tot slaaf gemaakten uit Afrika was meegekomen tot work songs folksongs en kerkmuziek. Rond de eeuwwisseling is de naam ‘blues’ voor die muziek in zwang gekomen, maar het was dus gewoon de populaire muziek uit die tijd.”
Voor wie geïnteresseerd is in de geschiedenis van de blues staan op de website van Elsje en de Bluesmannen een groot aantal podcasts met verhalen en muziekfragmenten. Op de vraag waarom hun programma zich concentreert op muziek uit de jaren twintig antwoordt Rubinstein: “Omdat dat de leukste tijd is om over te vertellen. Eind jaren dertig werden andere soorten muziek populair, zoals jazz, en nog weer iets later ging de elektrisch gitaar in de blues een grotere rol spelen. Het ging steeds meer om de solo’s en de instrumentale vaardigheid van de musici, terwijl het in de jaren twintig en dertig nog echt draaide om de liedjes en de teksten. Ook in ons nieuwe programma staan die centraal. We hebben er echt zin in om die muziek in de Uilenburgersjoel te komen spelen.
Interview door Erik Hardeman