Lezing (Nederlandse) beeldhouwkunst atelier Mieke Kleinendorst

Datum: zaterdag 8 februari 2020
Locatie: Plantage Muidergracht 107b te Amsterdam (voormalig atelier Hildo Krop). Inloop om 13.30 uur en de lezing zal ruim 2 1/2 uur duren (met een pauze).
Tijd: 14:00 - 16:30

GIPS, EVEN ONEDEL ALS ONMISBAAR
Als vervolg op de viering van 101 jaar Nederlandse Kring van Beeldhouwers organiseren Minnie Folkersma en ik een aantal lezingen in mijn atelier

In de materiële geschiedenis van de beeldhouwkunst staan meestal de nobele materialen in de schijnwerpers. Marmer,brons en ivoor strijden om de hoogste waardering op de voet gevolgd door andere steensoorten, hout, ijzer en staal en recentelijk modernere materialen. Was, klei en gips nemen een meer bescheiden positie in. Het zijn de materialen die eerder geassocieerd worden met ontwerp, model of mallen. Bovendien zijn ze kwetsbaar en komen we de beelden die in deze materie zijn gemaakt vaak in een beschadigde conditie tegen. Gips is van deze drie misschien wel het meest ‘gewone’ materiaal. We komen het meestal tegen als substantie voor het maken van mallen of als schakel in een ontwerpproces alvorens een eindresultaat wordt gegoten of gehakt. Een ruimere blik laat zien dat gips een onmisbare schakel is in de beoefening en de bestudering van de beeldhouwkunst. Gipsotheken, groot en klein, zijn essentieel geweest voor het kunstonderwijs en wellicht zijn ze dat nog steeds, niet alleen voor beeldhouwers maar minstens zo belangrijk voor het schilder en tekenonderwijs. Zelfs wanneer het gaat om louter getrouwe kopieën zijn gipsen ‘museumwaardig’. Een bezoek aan het Victoria & Albert  Museum, met zijn geweldige Plaster Cast Court, vormt het sprekende bewijs.

Minstens zo interessant is het om te kijken naar klassiek moderne en eigentijdse vormen van sculptuur waarin gips het ‘eindmateriaal’ is. Misschien komen we tot een herwaardering van dit ambachtelijke materiaal dat over een zo groot potentieel beschikt.

Uit kunsthistorisch perspectief is het boeiend om te zien hoeveel klassieke gipsen beelden in de ateliers van zowel schilders als beeldhouwers aanwezig waren. We treffen ze aan op de tafels, wanden en kasten van schilderijen die het kunstenaarsatelier tot onderwerp hebben.

Datzelfde onderwerp vinden we terug na de intrede van de fotografie. We zien dan hoe gipsen onlosmakelijk verbonden zijn met de werkplaatsen van beeldhouwers als Rodin. Mendes da Costa, Henry Moore en Germaine Richier.  (Jaap Nijstad)