Vannacht zag ik mijn vader weer.
Hij was zo jong, hij leek op mij.
Ik was heel blij, verrast
een onderscheiding op zijn jas te zien.
Hoe komt hij toch daaraan, dacht ik,
en waarom weet ik van niks.
Hij kwam niet dichterbij, het ereteken
fonkelde, wierp licht naar mij.