Gisterenavond nog zag je een film waarin iemand droomt dat hij iemand moet vinden voordat de trein stopt.
Je moet hem vinden voor je wakker wordt.
Langs de lijn liggen zeventien stations.
Eén station passeert en dan loopt de wekker af.
In de film heb je ieder jaar dezelfde droom,
en ieder jaar doe je er één station langer over voor de wekker gaat.
Vandaag hoorde je de wekker op het laatste perron.
Nog altijd vond je hem niet, deze persoon.
Je zult je lot ontmoeten als je voortaan wakker blijft,
bevroren op deze laatste halte,
als je alle mensen in de ogen kijkt tot je ziet wie het is die jij moet ontmoeten zal het dat Japanse meisje zijn?
Als je van tevoren de gevolgen van je daden kende, zou je haar dan durven groeten?
Als je genoeg informatie had om de consequenties van je handelen te overzien, zou je dan iets kunnen doen?
Als je met die man praat, als je dat Japanse meisje kust,
als je wist wat er te gebeuren stond,
zou je dan in staat zijn om de eerste stap te zetten?
Die eerste zoen?
We leven in de leugen van het filmische moment verdwalen in die ene, beslissende nacht staan lang stil bij die eerste kus,
terwijl het eigenlijke leven in de doffe opeenvolging van dwaze dagen rust,
reden dat geen enkele film ooit in real time wordt uitgezonden.
Heb ik je nu eindelijk gevonden? Jij en ik, we weten niet of op dit laatste perron je uit die droom ontwaakt,
of op de wektoon van de bel bent ingeslapen.
Of het hier eindigt, of dat het juist begon.