Een stad, een zomer
Zwaar en vermoeid laat
een avond zich neerzijgen tegen
de gevels. Pleinen en straten liggen
te trillen als trommelvellen in de zon.
Het verroeste gras, de hitte
van kasseistenen, bomen die in
de spiegels van de grachten kijken
naar hun verschroeide benen.
Terrassen, biertjes, puffende heren,
de gedachte dat er nog enige beweging
komt. Een zacht briesje, meisjes in
wapperende jurken op de fiets.
De draaglijke lichtheid van het niets.