Het middaglicht gebroken door het glas
ontsluit het universum van de waan
waarin we zijn gevlucht voor het bestaan
dat ooit zo veelbelovend voor ons was.
We zuigen voor de deur een peuk tot as
waarna we kleumend weer naar binnengaan
en snel een borrel achteroverslaan.
Wie leegte zoekt die zit hier eersteklas.
In binnenvallend zonlicht warrelt stof.
We lezen stil de krant of doen alsof
en drinken weer een stuk in onze kraag,
negeren de caféklok stoïcijns
en soms noteren we na lang gepeins
het antwoord op een nutteloze vraag.