Litheraire middag in de Hortus 12 november
Ariejan Korteweg en Jos van Hest gaan in gesprek met Sacha Bronwasser en Monica Boschman.
Sacha Bronwasser neemt je in Luister, haar nieuwe roman, mee naar Parijs. Niet het Parijs van een stedentrip van een lang weekeinde, maar de echte stad, zoals je die met vallen en opstaan leert kennen als je au pair wordt en je elke dag moet ontfermen over de kinderen van zo’n merkwaardige bourgeois familie, om ‘s avonds weer je hete chambre de bonne onder het zinken dak op te zoeken. Een roman over de lotgevallen van een au pair in Parijs, dat is vaker vertoond, zult u zeggen. Kan zijn, maar nog nooit zoals Bronwasser dat doet. Ze haalt Parijs heel dichtbij, maakt er een fysieke omgeving van, een organisme dat langzaam iets van z’n geheimen prijsgeeft aan Marie, zoals de au pair heet. Parijs vormt het decor voor een bijzonder verhaal over een jonge vrouw wier leven wordt gemodelleerd door Flo, haar docent op de fotografie-academie, die in Marie een interessant project ziet en van haar M maakt. Om daaraan te ontsnappen is ze naar Parijs gevlucht. ‘Ieder verhaal rust op drie punten. Anders valt het om’, schrijft Bronwasser aan het begin van Luister. De derde punt is Philippe Lambert, de man op wiens kinderen ze past. Een man met een geheim, dat verband houdt met de aanslagen die Parijs in de jaren tachtig teisterden. Aanslagen die dertig jaar later, in het najaar van 2015, een gruwelijke echo krijgen die deze bijzondere vertelling op gang brengt. Al met al best veel voor één roman. Maar Bronwasser verstaat de kunst van het componeren, houdt alle verhaallijnen helder en heeft een feilloze pen die het moeilijk maakt het boek neer te leggen.
De lof voor Luister is nogal overweldigend. Recensies met vijf sterren in de grote kranten – ‘ontzettend ingenieus’, vond nrc, ‘onweerstaanbaar’, oordeelde de Volkskrant. Op het
moment van schrijven is het boek toe aan de tiende druk.
Bronwasser (1968) schreef eerder de roman Niets is gelogen; ze is niet alleen schrijver, maar ook curator en kunsthistoricus.
In 2017 won Monica Boschman de Plantage Poëzieprijs.
Natuurlijk schreef ze al veel eerder, maar sinds die prijs gaat ze als een speer. In 2018 debuteerde ze met de bundel ‘Zeerslag’, een jaar later volgde ‘Nieuwe wegen voor Mariken’ en dit jaar kwam de bundel ‘Vindersloon’ uit. Haar gedichten staan ook in het tijdschrift DICHTER van Plint, op een ontbijtbord van diezelfde uitgeverij, op de muur van een Leestuin in Grave en op een bronzen plaquette aan de dijk van Alblasserdam.
Monica Boschman is een dichter die gelooft in taal die ademt, in woorden die echt bij iets of iemand horen en in de kracht van zwijgende witregels. Zoals ze zelf zegt: ‘Wat ik doe, is gegroeid uit wat ik eerder deed: mijn studie Nederlands en mijn werk als trainer, voorlichter, interviewer en tekstschrijver. Maar mijn belangrijkste leermeester is het leven zelf. Ik ben wie ik ben door alle stappen die ik vanaf 23 augustus 1965 heb gekropen en gezet.’
Het hoofdaccent van het gesprek zal liggen op haar poëzie, maar haar werk als schrijver van proza en als schrijfdocent zal misschien ook om de hoek komen kijken. Dit jaar is haar roman ‘Zolderdagen’ verschenen en met haar verhaal ‘Liefde voor de natuur’ won ze in 2021 de juryprijs van het Rode Oor voor het beste literair-erotische verhaal van het jaar.