Literaire Middag: biografie en poëzie
Jos Versteegen over Hans Keilson en dichteres Gerry van der Linden
Jos Versteegen is dichter, vertaler, schrijfdocent en biograaf. Al die verschillende facetten van zijn werk komen aan bod in een gesprek, dat zich zal richten op de biografie van Hans Keilson (1909-2011), een boek dat nog moet verschijnen, maar waaraan hij nu al enkele jaren werkt.
In 2014 krijgt Jos een aantal gedichten van de beroemde schrijver/psychiater Keilson onder ogen en sindsdien laat deze fascinerende man hem niet meer los. Hij vertaalt diens gedichten uit het Duits en publiceert ze in een tweetalige uitgave, Sonnetten voor Hanna / Sonette für Hanna, een onderduikgeschiedenis in gedichten (2016).
Hanna is Hanna Sanders, een jonge joodse vrouw die in 1944 ondergedoken zit in Delft. Hans Keilson, in dezelfde stad ondergedoken, komt in contact met haar en raakt hopeloos verliefd. Dat hij, zij het niet officieel, feitelijk al getrouwd is en een kind heeft, vormt een complicatie die ook in de sonnetten die hij voor Hanna schrijft, ter sprake komt. Het is niet het enige dilemma dat Keilson in zijn werk aansnijdt. Zo vormt de keuze tussen het leven of de kunst een groot conflict voor hem, en biedt zijn roman In de ban van de tegenstander een grondige analyse van de verhouding tussen slachtoffer en beul. Kortom: voldoende gespreksstof voor een boeiend gesprek tussen zijn biograaf Jos Versteegen en Cees van Ede.
Gerry van der Linden werd in 1975 ontdekt door Remco Campert die haar een plek gaf in zijn literair tijdschrift Gedicht. Ze debuteerde in 1978 met de bundel De aantekening. Daarna verschenen er nog elf bundels, de laatste Verse helden in 2017. Haar poëzie werd vertaald in het Engels, Frans, Duits, Spaans en Turks. Dit jaar verscheen de bundel Fauves des villes, gedichten in Franse vertaling.
Ze las wereldwijd haar gedichten voor in tal van steden, van San Francisco (samen met Alan Ginsberg) tot Izmir, van Bandung tot Bremen. Haar poëzie is nauw verbonden met de vaak absurde wereld om ons heen. Grote en kleine gebeurtenissen herhalen zich, jager en prooi wisselen van rol en eenzaamheid eist, juist wanneer de afstand kleiner wordt, de hoogste tol. Rogi Wieg vond dat er in haar gedichten wordt ‘geleefd maar ook fijnzinnig geregistreerd’.
Behalve poëzie publiceerde Gerry van de Linden ook een novelle en twee romans. Ze is poëziedocent aan de Schrijversvakschool in Amsterdam en als beeldend kunstenaar maakt ze collages en installaties.
Jos van Hest gaat met haar in gesprek over haar poëzie en vooral over haar laatste bundel. Natuurlijk leest ze ook voor uit eigen werk.